De_grote_greefhorst.jpg

Greefhorst

Privacy Level: Public (Green)
Date: 1739 to 2011
Location: Garderbroekmap
This page has been accessed 2,093 times.

Contents

Nederlands

De Greefhorst is een boeren erf, gelegen te Garderbroek onder Garderen waarnaar onze familie vernoemt is.

The Greefhorst is a farm in Garderbroek near Garderen in Gelderland, the Netherlands, from which our family got it's name.

De naam “horst” verwijst naar een oud akkerland. Oorspronkelijk werd deze naam gebruikt voor een zanderige en beboste hoogte in een natte omgeving. Ten behoeve van de ontginning werd zo’n terrein afgebrand en ontstond er later opnieuw bosbegroeiing. De Greefhorst bestaat nog steeds. Er is een boerderij “De Grote Greefhorst” aan Graafhorstweg 12 en daarnaast staat “De Kleine Greefhorst”. Van boerderij “De Greefhorst” is uit de 18e eeuw bijzonder veel archiefmateriaal bewaard gebleven waaruit Jan Grefhorst een verhaal heeft kunnen samenstellen dat hopelijk een inzicht zal geven hoe dit erf "De Greefhorst" (soms ook Grefhorst genoemd) in het bezit van ons verre voorgeslacht is gekomen en hoe men het weer is kwijtgeraakt.

De geschiedenis van de naam Greefhorst

Door Jan Grefhorst

"De Greefhorst" ben ik het eerst tegengekomen in een akte uit 1739, wanneer het door een zekere Hendrik Cornelissen wordt verkocht aan een zekere Wouter Hendriksen. In deze akte staat o.a.het volgende:

"Een erff en goedje van ouds genaemt de Greeffhorst, bestaende in huijs en hoff met een schuijrtje en een bergh mitsgaders hoge en laege landerijen, velden en haegen en houtgewasschen en vordere gereghtigheden daer bij van ouds gehoort hebbende in specie met de halve steegh daer aenleggende, sooverre als het landt en den hoff sigh uijt strekken, ook met het regt van rijden met waegen en peerden als mede van drijven en weijden met peerden, beesten en schaepen op het garderbroeker veldt, voorts met sijn aen uijt wegen, welke daer van ouds bij gebruijkt sijn."

Dit Garderbroekerveld dat hier wordt genoemd was in vroeger dagen voor een belangrijk deel nog onontgonnen en onverdeeld gebied, met heidevelden en veel meer bos dan er nu is. Als de boeren er vanouds verworven rechten op hadden, mochten ze er hun vee vrij laten grazen.

Hoe "De Greefhorst" in bezit van onze familie kwam.

In de eerste helft van de 18e eeuw leefden er in het Garderbroek drie broers, t.w.: Wouter barten, Beert Barten en Gerrit Barten. Deze broers waren behoorlijk vermogend. Ze bezaten meerdere boerenerven en stukken grond. In de z.g. protocollen van bezwaar, opgemaakt door de schout van Barneveld vinden we verschillende akten waarin staat dat deze drie broers grond en boerenerven kochten. Ook in het z.g. malenboek van het vroegere maalschap Garderen wordt vaak verhaald over verkoop van de opbrengsten van het boerenland door de drie gebroeders. Deze broers kregen ook erf en goed "De Greefhorst" in hun bezit. Ze kregen het echter niet direkt in hadden, maar via een familielid van hun, een zekere Annetje Gerrits, de weduwe van Gijsbert Willemsen. Zij kocht op 21 april 1750 erf en goed "De Greefhorst" van een zekere Rijkjen Arrensen en haar erfgenamen. Rijkjen Arrensen was de weduwe van Jan Theunissen. Dat laatste is interessant, omdat de nazaten van deze Jan Theunissen ook de naam "Greefhorst" hebben aangenomen evenals onze familie. Deze katholieke familie Greefhorst is géén familie van ons, maar voor zover is na te gaan is de naamsovereenkomst alleen gelegen in het feit dat zij uit dezelfde boerderij stammen als onze familie.

Als Annetje Gerrits overlijdt is er het probleem dat haar directe erfgenamen Bessel Hendriksen en Claasje Barten zijn overleden en dat hun kinderen nog wettelijk onmondig zijn om de erfenis in ontvangst te nemen. De gebroeders Barten worden dan onder andere als voogd aangesteld, terwijl zij ook mede-erfqenamen zijn. Claasje Barten was n.l. hun zuster. Als zodanig erven de broers dan ook "De Greefhorst". In deze akte van 1 september 1757 verklaart echter broer Wouter dat hij afstand wenst te doen van de gezamenlijke bezittingen, waarna hij voor 800 gulden door de andere twee broers wordt vrijgekocht. De boerderij "De Greefhorst" is dus nu in bezit van de twee broers, maar eigenlijk is "De Greefhorst” v.a. 1750 in bezit van ons voorgeslacht.

De Greefhorst wordt tussen 1757 en 1763 betrokken door Annetje Beerts, één van de dochters van Beert Barten, en haar man Beert Evertsen. Dan overlijdt Beert Barten en moeten de gezamenlijke eigendommen van de gebroeders Barten -bestaande uit ongeveer 16 stukken grond, 3 huisjes en 2 boerenerven- verdeeld worden onder de erfgenamen. In eerste instantie wordt middels een akte van 14 juni 1763 het gehele gezamenlijke bezit in tweeën gedeeld. Gerrit Barten krijgt de ene helft en de weduwe van Beert Barten -Hilletje Hendriks- de andere helft. Dan komen op 31 januari 1764 Hilletje Hendriks en haar kinderen bij elkaar om de hun toegewezen helft verder te verdelen. Hilletje Hendriks geeft dan al haar bezittingen aan de kinderen, zowel onroerende goederen als inboedel, have en vee. De kinderen betalen haar hiervoor 1050 gulden. Er wordt echter overeengekomen dat, wanneer Hilletje Hendriks zou hertrouwen, zij dan 400 gulden aan haar kinderen terug zal geven.

De Grote- en Kleine Greefhorst

"De Greefhorst" is nu dus in gezamenlijk bezit gekomen van de kinderen van Beert Barten en wordt tot ongeveer 1770 nog steeds bewoond door Beert Evertsen en Annetje Beerts. Tot 1773 wordt in alle akten steeds gesproken over een plaatsje of erfje "De Greefhorst", niet over een groot boerenerf. Vanaf 1775 wordt echter steeds gesproken over "De grote Greefhorst" en "De kleine Greefhorst". Het lijkt dus aannemelijk dat tussen 1773 en 1775 één van de twee boerderijen of beide boerderijen zijn gebouwd zoals ze er vandaag de dag nog staan. In een akte van 1775 wordt "De grote Greefhorst" nogmaals genoemd als deze wordt toegewezen aan de drie zusters Caatje Beerts, Annetje Beerts en Klaasje Beerts en hun mannen. Dan overlijdt ook de laatste van de drie broers Gerrit Barten en wordt het gehele nalatenschap opnieuw verdeeld. In een lijvige akte van 6 pagina's wordt alles op 1 juli 1775 vastgelegd.

De gehele nalatenschap van Gerrit Barten -afgezien van inboedel, have en vee dat later per erfhuis wordt verkocht en verdeeld- wordt vastgesteld op 11.879 gulden. Dit wordt verdeeld onder 8 erfgenamen die dan allemaal een deel krijgen ter waarde van 1350 gulden. "De grote Greefhorst" komt in deze akte niet meer voor omdat die reeds is verdeeld. "De kleine Greefhorst" wordt voor 1/4 deel toegewezen aan Hendrik Beertsen en Caatje Beerts. Het daghuurders huisje waarheen Beert Evertsen en Annetje Beerts inmiddels zijn verhuisd wordt toegewezen aan Jan Meynten en Klaasje Beerts. Beert Evertsen en Annetje Beerts krijgen uit de nalatenschap van Gerrit Barten het minst van allemaal; zij hebben zoveel schulden gemaakt dat er voor hen slechts 347 gulden overblijft.

Op 19 juli 1775 verkopen Beert Evertsen en Annetje Beerts en Jan Meijnten en Klaasje Beerts hun aandeel in "De Grote Greefhorst" aan Hendrik Beertsen en Caatje Beerts, zodat deze laatstgenoemden nu de eigenaren zijn van zowel "De grote Greefhorst" als "De kleine Greefhorst". Zij verkopen echter "De grote Greefhorst" op 22 oktober 1778 aan een zekere Jan Tuynenberg voor 5000 gulden. "De kleine Greefhorst" blijft voor onbekende tijd in hun bezit, maar dit erf wordt nu bewoond door een zekere Willem Woutersen. Wie er later nog allemaal bezit hebben genomen van de twee Greefhorsten heb ik niet uitgezocht; wel is duidelijk dat het nooit meer in bezit is geweest van het nageslacht van Beert Evertsen en Annetje Beerts. Door de vele boedelscheidingen zijn de vele bezittingen van de gebroeders Barten zo versnipperd, dat er niets van is overgebleven.

[Bron: Geschiedenis van de familie Grefhorst door Jan Grefhorst, oktober 2008]


GEGEVENS UIT DIVERSE (ARCHIEF)BRONNEN EN PUBLICATIES:

http://www.mijnbeek.nl/chapters/10&11/10&11.html

BARNEVELD HISTORISCH KADASTER 1705 - 1805 (J. Hols, Vereniging Veluwse Geslachten, Barneveld, 1996): Onder Garderen fiche 86 staat: Beerd Barten 1750 - 1761; diens weduwe 1761 - 1763; Beert Evertsen 1763 - 1771 (Hendrik Beertsen volgt op); onder fiche 89 nieuw huisje staat Beert Evertsen 1774 - 1785 (Rik Willemsen volgt op).


CIVIEL-RECHTERLIJK ARCHIEF BARNEVELD 1675 – 1811

(G. Caudron, Vereniging Veluwse Geslachten, Barneveld, 2002):

  • Op pagina 90/91 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 138, 138°, 139, d.d. 14-06-1763:

"Alsoo ‘t Garrit Barten en de weduwe van desselfs broeder Beert Barten en desselfs kinderen niet langer gelegen kwam om haarlieder goederen onder elkanderen in gemeenschap te besitten, soo is een magescheyd gemaakt over de goederen die zij tot hier toe onverdeeld en in gemeenschap hebben beseeten sulks op volgende wijse. ... Waartegens ten tweede aan de weduwe Hilletje Hendriks en haar opgenoemde kinderen is toegedeeld de volgende goederen: 1. het plaatsje genaamd DE GREEFFHORST daar Beert Evertse woond, ... ".

  • Op pagina 91/92 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 141, 141°, d.d. 31-01-1764:

"Het magescheyd tussen Hilletje Hendricks en haare kinderen opgerigt na overlijden van Beert Barten."

  • Op pagina 93 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 147°, d.d. 23-05-1767:

"Beert Evertsen X Annitje Beerts zijn wegens opgenomen penningen schuldig aan Garrit Noy en sijn suster Cornelisje Noy en haaren erven een somma van twee hondert guldens met als onderpand haarlieder eygendommelijk een vierde part van het erve en goed DE GREEFFHORST onder buurschap Garderbroek gelegen, waarop de comparanten woonen. Geroyeert den 19e augustus 1773."

  • Op pagina 100 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 168, 168°, 169, d.d. 24-08-1769:

"Beert Evertsen X Annetjen Beerts woonagtig op DE GREFFHORST zijn wegens verstrekte penningen schuldig aan Gerrit Barten ofte sijnen erven een capitale summa van agt hondert en vijfftig guldens hollands gelt met als onderpand 1° haar geregte vierde part aan de plaats genaamt DE GREFFHORST gelegen in ’t Garderbroek. 2° een agtste part aan de plaats genaamt DE KLEIJNE KROL daar Hendrik Janssen op woont, als mede haar geregt vierde part aan den Hogen Hoff, Geertencamp, de bijde lange akkers, den Hogen Camp en ’t halve Brugstukje, alles gelegen in buurschap Garderbroek. Ingevolge permissie en quitantie van de erffgenamen van Gerrit Barten ervintelijk op t magescheyd tussen hunlieden opgerigt den inhoud deses geroyeert op den 27e juny 1775. oircond mijn ondertekening W.B. Blanken."

  • Op pagina 100 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 169, 169°, 170, d.d. 24-08-1769:

"Beert Evertsen X Annetjen Beerts woonagtig op DE GREFFHORST sijn wegens verstrekte penningen schuldig aan Cuijntjen Jans ofte haaren erven een capitale summa van drie hondert en vijfftig caroly guldens met als onderpand 1° haar geregte vierde part aan de plaats genaamt DE GREFFHORST gelegen in ’t Garderbroek. 2° een agste part aan de plaats genaamt DE KLEIJNE KROL daar Hendrik Janssen op woont, als meede haar geregt vierde part aan den Hooge Hoff, Geertencamp, de bijde lange akkers, den Hoogen Camp en ’t halve brugstukje, alles gelegen in buurschap Garderbroek. Geroyeert den 19e augustus."


  • Op pagina 102 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 176, 176°, d.d. 19-08-1773:

"Beert Evertsen X Annetjen Beerts zijn wegens geleende penningen schuldig aan Cuyntjen Jans en haare erven een capitale summa van seevenhondert en vijfftig caroly guldens met als onderpand 1° haar eygendommelijk geregt vierde part aan de plaats DE GREFFHORST. 2° Haar agtste part aan ’t erff DEN KLEIJNE KROL, als mede 3° en laastelijk haar geregt vierde part aan den Hogen Hoff, Geestencamp, de bijde lange akkers, den Hogen Camp e ’t halve Brugstukje, alles gelegen in buurschap Garderbroek. Geroyeert den 26e januari 1776."


  • Op pagina 104 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 181, 181°, d.d. 20-06-1775:

"Tussen Bart Beertse X Aaltjen Breunissen ter eenre en Hendrik Beertsen X Caatjen Beerts ter andere zijde een erffmagescheyd opgerigt over hunlieder portien aan het erff en goedt DE GROOTE GREEFFHORST, gelegen in buurschap Garderbroek tot dato deses (uyt haaren ouderlijken boedel heenkomende) met hunne twee andere susters Klaasjen Beerts X Jan Meijnten en Annetjen Beerts X Beert Evertsen in ’t gemeen, ieder voor 1/4e part bezeten zijnde, waarbij Bart Beertsen X Aaltjen Breunissen overgeven en cederen hun 1/4e part aan bovengemelde erff aan Hendrik Beertsen X Caatjen Beerts, die daar en tegens aan genoemde parthije 1e condividente beloven uyt te keeren eene summa van veertien hondert guldens vrijgelt."

  • Op pagina 105 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 182°, 183, d.d. 23-06-1775:

"Bart Evertsen X Ceeltjen Wouters, Dries Besselssen weduwenaar van Styntjen Jans, Hendrik Beertsen X Caatjen Beerts, Bart Beertsen X Aaltjen Breunissen, Johannes Sagels X Anna Maria Barten, Gijsbert Cornelissen X Annetje Bessels, Jan Meynten X Klaasjen Beerts, Beert Evertsen X Annetjen Beerts te zamen erffgenamen van Gerrit Barten hebben uyt de hand verkogt en alnu getransporteert aan Aart Lubbertsen X Breunisjen Jordens de halvscheyd aan een erffje en goed DEN KLEIJNEN KROL, gelegen in buurschap Garderbroek, waar van koperen de wederhelvt is toebehorende, thans in pagt gebruykt wordende bij Hendrik Janssen Ouden Wit en zulx voor een summa van een duysent guldens."

  • Op pagina 105 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 183 t/m 185, d.d. 01-07-1775:

"Tussen de gesamentlijke erffgenamen van wijlen Gerrit Barten met namen Bart Evertsen X Ceeltjen Wouters, Dries Besselssen weduwenaar van Styntjen Jans, Hendrik Beertsen X Caatjen Beerts, Bart Beertsen X Aaltjen Breunissen, Johannes Sagels X Anna Maria Barten, Gijsbert Cornelissen X Annetje Bessels, Jan Meynten X Klaasjen Beerts, Beert Evertsen X Annetjen Beerts op navolgende wijse. ... Ten vijffden wordt aan Beert Evertsen X Annetjen Beerts bij desen voor hun 8e portie alleen bewesen in geld de somma van f 347-:- aangezien dezelven aan desen boedel schuldig waaren wegens gevestigde obligatie groot in capitaal ad f 850-:- En aan verlopene renthen ses jaaren ad3 percento dus nog f 153-:- Alle welke schulden hier door zijn voldaan en gemelde obligatie ten prothocolle van beswaar vrijelijk mag worden geroyeert, makende dit een en ander te zamen getrokken uyt eene summa van f 1350-:- ofte derselver 8e portie."

  • Op pagina 109 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 192, 192°, d.d. 29-01-1776:

"Jan Meinten X Klaasjen Beerts en Beert Evertsen X Annetjen Beerts hebben uyt de hand vercoft en getransporteert aan Hendrik Beertsen X Caatjen Beerts de 1e comparante ¼ part en de tweede insgelijks ¼ part dus te zamen de geregte helfte van ’t erff en goed DE GROOTE GREEFFHORST genaamt in buurschap Garderbroek gelegen, zijnde in zijn geheel vrij deylbaar thinsgoed en zulx voor eene summa van twee duysent en seeven hondert gulden."

  • Op pagina 121/122 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 222°, 223, d.d. 01-12-1784:

"... hebben publicq verkogt en al nu getransporteert aan gemelde Egtbert en Ceel Derksen gebroeders en hunne erven een erffje en goed gelegen in buurschap Garderbroek te Drienhuysen, thans in pagt gebruykt wordende door Beert Evertsen, zijnde vrij allodiaal deylbaar thinsgoed, doende jaarlijks in de ordinaris verpondinge f 3-1- en aan thins aan de Rekencamer f –8-8 en zulks voor de summa van seven hondert en tachentig guldens vrij gelt."

  • Op pagina 122 staat onder ORA 0203, inv. nr. 846, buurschap Garderbroek, folio 223°, 224, d.d. 01-12-1784:

"... hebben uyt de hand verkogt en al nu getransporteert aan Teunis Wouterssen en zijnen erven een erffje en goed gelegen in buurschap Garderbroek te Drienhuysen, thans in pagt gebruykt wordende bij Beert Evertsen ..."


UITGAVEN EN INKOMSTEN DIACONIE GARDEREN 1717 - 1817:

CH: Onder uytgaav. van de diaken Wulf Riksen staat: 26-12-1796 voor 1/4 jaar kostgeld van Beerts Evertsz 20 : - : -.

English

The history of the Grifhorst family name

In the beginning of the 19th century King Louis Bonaparte, the younger brother of Napoleon Bonaparte, who ruled the Netherlands for a short period of time, adopted the two-names system. With this act all residents had to be registered with a first and a last name. Most people had no registered last name but were simply known by a patronymic, the name of their father, a profession, or a toponym, the location where you lived. It was in this time that Evert Beertssen (or Berendsen, son of Berend) registered the last name ‘Greefhorst’ after the name of the farm where he grew up.

The Greefhorst family farm

The Greefhorst was first mentioned in a bill of sale from 1739 when it was sold by a man named Hendrik Cornelissen to a Wouter Hendriksen. The bill mentioned the following:

A courtyard and estate known of old as De Greeffhorst, consisting of a house and yard with a barn and storage provided high and low farmlands, fields and hedges and keeping crops and further righteousnesses whereby belonging from days past in mortar with half an alley, as far as the land and court stretches out, also with the right to ride with wagon and horses and driving and fielding of horses, beasts and sheep on the field of Garderbroek, furthermore in and outcoming roads which have been used in days past.”

Somewhere between 1757 and 1763 Beert Evertsen and his wife Annetje Beerts, parents to Evert Beertssen Greefhorst, moved in the main house which was owned by her father. Beert and Annetje lived there at least until 1770. Until 1773 the Greefhorst was always mention as place or court, but never as a large homestead. As of 1775 there is mention of a Greater Greefhorst and a Smaller Greefhorst so it is plausible that one or both houses/farms that we see today were build between 1773 and 1775. The Great Greefhorst is mentioned once more in 1775 when the father of Annetje dies and the property is divided amongst her and her two sisters Caatje and Klaasje, and their husbands. The whole legacy of 11,879 Guilders is divided into 8, but the Greater Greefhorst is not mentioned because it had already been sold. 1/4th of the Smaller Greefhorst is granted to Caatje and her husband Hendrik. The testament also mentions a ‘dayloners house’ where Annetje and her husband Beert are living at that moment. On july 19th 1775 both Annetje and Klaasje sell their share of the property to their sister Caatje who now owns both the Greater Greefhorst as the Smaller Greefhorst.

On October 22nd 1778 the Greater Greefhorst is sold to Jan Tuynenberg, the Smaller Greefhorst stays in their possession for an unknow period of time but is inhabited by a Willem Wouters. The Greefhorst has never been in possession of a Greefhorst again.

From Greefhorst to Grifhorst

When and why the name Greefhorst became ‘Grifhorst’ we can only speculate. Perhaps it has something to do with the local dialect not being understood by the local clergy. We do know that the marriage certificate of Aart (1788-1849), the son of Evert Greefhorst, mentions Greefhorst as last name in 1815, but his death certificate in 1849 states ‘Grifhorst’.

Cornelis (1827-1898), son of Aart again is registered as ‘Greefhorst’ by birth, marriage and death, but his son Berend (Ben) (1855 Holland – 1914 Iowa USA) is registered as Grifhorst.

Another case is that of Berendina Grifhorst, the youngest daughter of Evert Greefhorst. She is mentioned as ‘Berendsen’ in several occasions, but all her children are named Grifhorst and she is mentioned as Grifhorst on all the birth- and death certificates of her children.





Collaboration


Comments

Leave a message for others who see this profile.
There are no comments yet.
Login to post a comment.