no image
Privacy Level: Open (White)

François Jans (Willems) Prouveur (abt. 1567 - 1651)

François Jans Prouveur formerly Willems aka de Bever
Born about in Oirschot, North Brabant, Netherlandsmap
Ancestors ancestors
Brother of [half]
Husband of — married [date unknown] [location unknown]
Descendants descendants
Died at about age 84 in Oirschot, North Brabant, Netherlandsmap
Problems/Questions Profile manager: Joel Lefever private message [send private message]
Profile last modified | Created 5 May 2018
This page has been accessed 580 times.

Contents

Biography

Name

Illegitimate son of Jonker Cornelis de Bever and Marie Cheris, sister of his wife, Clara Cheris. Cornelis de Bever arranged the marriage of Marie Cheris and Jan Frans Willems in Oirschot before François Prouveur was born. Therefore before changing his surname to "Prouveur," François Prouveur was known as "Frans Jans Willems." The name "Prouveur" is an occupational name. François Prouveur evidently studied to be an attorney, and the French word "prouveur" has a similar meaning to "advocaat" in Dutch, or "attorney" in English. As an illegitimate son of Corneils de Bever, François could not professionally use the surname "De Bever" because it would have been an embarrassment to the De Bever family.


Surname Origin

Belgian Surnames Origin.

Prouveur -ier, Pourveur, Prove(u)r, -eux: BerN Ofr. proveor: advocaat, verdediger, onderzoeker. i/e e. François Prouveur, Den Bosch (Par. 1986,433).[1]


Death

2 March 1651.[2]


Occupation

Kwartierschout van Kempenland 1616-1638; Schout van Oirschot.[3]


Title

Jonkheer


From Swane's Het adellijk geslacht Prouveur

Joncker Francois Prouveur, overl. tussen 27-4-1647 en 10- 7-1651, zoon van Jhr. Jan, huwt voor 25-6-1626 Joanna Eelkens, geb. 's-Bosch, overl. voor 16-7-1646, dochter van Hendrick Jansz. Hendricks en Anna Hendricksdr. de Hont. Zoon van wijlen Jhr. Jan heet hij in 's-Bosch R 1444, f. 73v, dd. 31-1-1604. Van 1599 tot 1633/48 was hij Kwartier-Schout van Kempenland, woonachtig te Oirschot, alwaar hij aan van kelijkte op het Steenhuys, laterte op het Hooghuys resideerde.

Reeds hij was eigenaar van de Keersopper Watermolen onder Rythoven, waarop later zijn gelijknamige kleinzoonen diens Verhoeven-descendenten eeuwenlang als Mulders woonden en werkten.[4]


Illegitimate Birth and Parents

III. Vruchten van Seksuele Overtredingen.

8. Overwonned bastaarden.

Cornelis de Bever te Oirschot deed het met zijn schoonzus. Dus een geval van incestueus overspel. Zijn vrouw wist ervan. Toen de schoonzus zwanger werd, rond 1660, koppelde hij haar binnen de kortste keren aan Jan Frans Willemss, met wie zie trouwde en die de vader van Cornelis' kind werd. Tot de zaak uitlekte.[5]


Bastaard uit incestueus overspel.

Maryken Jacop Zeris woonde in bij haar zus Clara te Oirschot, die was getrouwd met jonker Cornelis de Bevere.(1) Zij sliep op dezelfde kamer en knoopte met haar zwager een amoureuze verhouding aan. Ooit werden zij betrapt buj het bakhuis, waar Marijken sat ende lach op ende tegens eenen block ende dat zy ende de voorscreven Cornelis de Bever sterckelyck buyck tegens buyck melcanderen indrongen ende melcanderen inden arme hadden. Clara wist er van. Zij zie vaak tegen haar zus: ,,Maryken, ik zall u van hier moeten doen, vuyt mynen huyse, want Bever myn man heeft veel te vueelen hantspulle ende conversatie met u, dwelck nyet gehouden mans, mair jonge vryers toebehoirt. Ick sorge voor een arger." Toen Clara eens door haar bezoeker in bed werd angetroffen, vroeg deze: ,,Hoe coempt, dat ghy hier zoo lange ligdt ende slaept? Het isser te schoonen weder toe. Ghy soudt op staen." Clara: ,,En zoud wy noch nyet te bedden liggen ende slapen, want wy hebben alden nacht liggen domineren. Ende de voorschreven Cornelis de Bever, myn man, glinck by Maryken myn sustere voorscreven sclapen ende te bedde.".

Maryken werd zwanger en groeg de chirurgijn: ,,Besiet myn water. Ick been beducht dat ick draeghe." Nu greep Bever voortvarend in. Binnen de kortste keren heeft hij haar bestaidtn(gekoppeld) aan Jan Frans Willemss, met wie zij trouwde. In 1569 kwam het tot een gerechtelijk onderzoek. Mayken was inmiddels weduwe.(2).

In de Oirschotse schepenprotocollen wordt Cornelis' echtgenote jonkvrouw Clara Cheres genoemd.(3).

1. Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 477, ongef., 27 april 1626.

2. Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 159-27.

3. Streekarchief Regio Eindhoven, Oirschot R 142, f 258, 2 januari 1582.[6]


Residences

François Prouveur lived in Oirschot, Noord-Brabant and in 's-Hertogenbosch, Noord-Brabant.


• Francois Prouveur, naast Marcus van Gerwen een van de grootste pioniers tot verbetering van de toestand in de Meierij, woonde in Oirschot. Hij was een neef van rentmeester Gerard van Broeckhoven, ontvanger van de beden in het kwartier van Antwerpen te Breda. De verhouding met die neef was blijkbaar uitstekend en een dochter van Prouveur logeerde dikwijls bij haar oom. Dezelfde rentmeester Van Broeckhoven was echter vaak voor de Meierij een voorwerp van kritiek, hetgeen tot uitdrukking komt onder meer als er in de kwartiersvergade- ring van Peelland geklaagd wordt, dat hij aan diverse dorpen in Peelland te zware lasten oplegt.[7]

Zijne vrouw (Sr. Anthony van Esch) was Walburgh Proveur (of Prouveur), dochter van Jonker Franchois Proveur. Deze was schout van het Kwartier van Kempenland en woonde te Oirschot (1.), alwaar hij zijn huis, het Hooghuis genaamd (2.), had staan; ook bezat hij een watermolen, genaamd de Kersop, met huizing, landerijen enz., welke watermolen met de huizing stond onder Riethoven, terwijl de landerijen gelegen waren onder Dommelen. Hij had van zijne vrouw Johanna Eelkens, dochter van Henrick Janszoon en Anna de Hont Henricks dochter, deze kinderen: 1o een dochter, die huwde met N. Claesonne (ook wel Cleson genaamd), uit welk huwelijk geboren werd Maria Anna Claessonne; 2o Hendrick, die huwde met N.N. [Jenneken Janssen]; 3o Maria; 4o voornoemde Walburgh, die als gezengd gehuwd met Sr. Anthony van Esch; en 5o Barbara, gehuwd met Jor. Jacques Pardo, zoon van Digo Pardo den jonge.[8]


• Het quartier van Kempelant

Item sijn daer noch twee woonplaetsen, d'eene toebehoorende N. Preveur, schotent van Kempelant, 56) Nota. Het Hooghuis te Oirschot. Dit huis behoorde toe aan jonkheer. François Prouveur, schout van Kempenland en werd in 1659 bij de verdeeling zijner nalatenschap aldus omschreven : „een omwaterd groot huys met schuyr, stalling, schop, driessen, wayland, boomgaard en hoff, groot ontrent 9 loopen saats, staande en gelegen te Oirschot, parochie St. Peter, haardgang van den Kerkhof, ter plaatse de Heuvel. & quot; Het werd toen toebedeeld aan diens dochters Barbara, echtgenoote van jonkheer Jacobus Pardo en Walburga, huisvrouw van Antonij van Esch. Het was afkomstig van de familie van der Ameyden.

Notes:

1. In een Schepenakte van Oirschot van 1603 wordt getuigd, dat hij die toen reeds Kwartierschout van Kempenland was, Hem metterwoon heeft begeven binnen dezer vryheijt van Oirschot, tegenwoordig bewonende het Steenenhuyse, competerende Joncker Rychardt van Vlierden.

2. Dit huis werd in een schepenakte van Oirschot van 1659 aldus omschreven: een omwaterd groot huys met schuyr, stalling, schop, driessen, wayland, boomgaard en hof, groot omtrent 9 loopen saats, staande en gelegen te Oirschot, parochie St. Peter, haardgang van den Kerkhof, ter plaatse de Heuvel. Het werd in dat jaar toebedeeld aan Barbara Prouveur gehuwd met Jor. Jacques Pardo en Walburgh Prouveur gehuwd met Sr. Anthony van Esch. In 1661 kreeg Barbara Prouveur het huis geheel in eigendom. Het was alkomstig van de familie van der Ameyden.[9]

Akte van overdracht, verleden voor schepenen van 's-Hertogenbosch, door François Prouveur, schout kwartier Kempenland, aan Peter Janszn Mutsarts, voor abdij Tongerlo, van erfcijns van 60 carolusgulden uit huis in 's-Hertogenbosch aan Oude Dieze, met retroacta ( = oudere bewijsstukken) van 1575 en 1609 Op rugzijde: 22 - 12 - 1627 afgelost door Gerardus van den Hovel als rentmeester der fundatie Peter van Grinsven van Geffen aan Peter Ruusz Mutsarts, voor godshuis Tongerloo, 1621.

[Children of Henrick de Hont Senior and Anna van den Heseacker] Anna Huisvrouw van Henrick Eelkens Janszn; Maria en Gerardken, de huisvrouw van Peter Strybosch, den stadhouder van het Kwartier van Kempenland; deze kinderen alsmede de navolgende kinderen van hunnen broeder Henrick de Hont Junior, zijnde: Jenneken; Willemken; Maria huisvrouw van Peter Alardszn van Herpen; Anthonia huisvrouw van Jan Peter Adamszn; Henrick en anneken huisvrouw van Pieter Dirckszn van Aelst verkochten den 25 April 1609 (Reg. no. 278 f. 53 vos) de beide meerdeboelden huizen aan Jonker Franchoys Prouveur, schout van Kempenland 1); zij werden nu gezegd te zijn: een groot schoon steenen hoekhuis metten hupse ende camere ruerlincx aen denzelven hoechuyse getimmerd, bleycvelt, hoff met noch een clean huisden meter afhangende leyve aldaar by den hoff staande, ledige plaatse, poorte, achterpoorte ende peerdtstall, gestaen ende gelegen binnen dezer stadt 's Hertogenbosche in de strate, genoempt opte Oude Dieze, op ten hoek van 't straetken, als men aldaar gaet naë de plaatse, die triniteit genoempt, tussen zelve straetken ter eenre zyde ende tussen hutsen ende erfenissen eertijds Geertruyts de Hont, nu Diercx Dierczn van Erp, timmerman, ter andere zyden strekkende van de gemeen voorstraet genoemd de oude dieze tot aen erfenissen genoemd de cluyse (of den Cluysenaer) ende Adriaens Zegers hoff. Genoemde Prouveur verkocht de beide huizen 22 April 1627 (Reg. no. 363 f. 344) aan Gerard van den Hovel, priester en benificiaat der kerk van St. Jan Ev. te den Bosch, ten behoeve van : de Fundatie des wandelgraets off collegium van 15 scholieren, by zal. memorie mr. Peeter Geiensven van Geffen, priester ende canoniek der Cathedr. Kerck van St. Jan vors. gefundeerd 2). Peter, zoon van Henrick van Oudenhoven Henrickszoon en Maria de Hont Henricksdochter, vernaderde daarop die huizen doch 27 April 1628 deed hij deze naasting te niet, zodat gezegde fundatie toch in het bezit daarvan kwam.[10]


• Oude Dieze, Sasse van Ysselt.

De Noordzijde.

Volgens van Heurn Beschrijving stond aan deze zijde der straat de Oude Dieze en wel aan den hoek van die straat en de Triniteitstraat, een groot heerenhuis, dat hij noemde het huis der familie van Eyck; het was volgens hem eene poort, waardoor men van de Oude Dieze kwam op eene vierkante binnenplaats, ter weerszijden waarvan verscheidene gebouwen stonden, van welken de rechts van die poort staande aan eene en de links daarvan staande aan eene andere familie verhuurd werden. Uit de geschiedenis van dat ten slotte de lakmoesfabriek der firma W.D. Bosch geworden zijnd heerenhuis, die hierna onder A zal worden medegedeeld, zal echter blijken, dat van Heurn zich vergiste, toen hij dit huis dat der familie van Eyck noemde.

Naast dat huis stonden oudtijds in de richting der Peperstraat nog twee heerenhuizen, die hieronder zullen worden beschreven sub B en C en daarop volgde ten slotte het aan den hoek der Oude Dieze en Peperstraat staand huis met tuin, genaamd de Berenbijt.

A.

Het hiervoren bedoeld groot heerenhuis bestond vooreerst.

a.

uit twee huizen; daarvan wordt in eene Bossche Schepenakte van den laatsten October 1543 (Reg. n°. 165 f. 20) gezegd, dat zij toen waren: duae domus, area, porta, vacua hereditas, ortus ac una camera secundae dictae domui adjacens, sitae ad locum die oude dyese supra conum vici, quo itur versus locum, dictum die Triniteyt, inter eundem viculum ex uno et inter hereditatem heredum quondam domini et magistri Godefridi van de Venne, presbyteri, ex alio, tendentes a dicta platea. die alde dyese vocata, ad hereditatem seu domum die Cluyse vocatam, ad dominum et magistrum Johannem de Balen, filium Petri, spectantem et ad hereditatem heredum quondam domini Reyneri alias die paeus vocati, presbyteri. Het eerste van die beide huizen, het eigenlijke hoekhuis n.l., werd 16 Maart 1537 (Reg. n°. 153 f. 67) door Gerard en Elisabeth, kinderen van Cornelis Gerardszn die Wolff en Belia die Haze Jansdr, welken het van dezen met hunnen onnoozelen broeder Lucas geërfd hadden, ook namens dien onnoozele, voor wien zij zich sterk maakten, verkocht aan mr. Jan van Balen Peterszn, priester en kanonik der St. Janskerk te den Bosch, die het ander dezer beide huizen kocht van Antonius, zoon van Antonius van Dieperbeeck, die het 26 Juni 1539 (Reg. n°. 155 f. 235) gekocht had van mr. Gijsbert van den Velde Loeniszn, ook kanonik der gezegde kerk 1); deze had het gekocht van de erfgenamen van Wouter van Berse Lambertszn.

Mr. Jan van Balen voornoemd verkocht de beide huizen bij eerstgezegde akte van 1543 aan den doctor in de medicijnen mr. Jacob van Ostaijen genaamd van Zundert, ook wel genaamd van Zundert van Ostayen, die na doode zijner vrouw Beatrix Brants Gerritsdochter priester werd en toen studiebeurzen stichtte, waarvan de stichtingsbrief staat in Reg. n°. 206 f. 338 2). Hij schijnt een zoon, mr. Dirck van Ostayen genaamd van Zundert geheeten, gehad te hebben, daar deze toch in eene Bossche Schepenakte van 1553 gezegd wordt eigenaar van de beide hierbedoelde huizen te zijn; waarschijnlijk stierf hij vóór zijnen vader, en zal deze daarna kinderloos geweest zijn, omdat deze alstoen een vierde in die beide huizen legateerde aan de negen armenblokken van den Bosch, zooals blijkt uit eene Schepenakte dier stad van 5 Februari 1573 (Reg. n°. 223 f. 92), waarbij mr. Zeger Adriaanszn, raad van den Bosch, Jan Beck en Henrick de Hont Junior als executeurs van het testament van heer en mr. Jacob Van Sundert van Ostayen, priester en doctor in de medicijnen, in vereeniging met de Stadsblokmeesters aan Henrick de Hont Henrickszn Senior, rentmeester van den Bosch, verkochten: een vierde in gezegde huizen, omschreven als een vierde in: domo angulari, area, orto ac domo posterion, necnon domo, area, orto, camera contigue dictae domui adjacente atque duabus cameris ad finem jam dicti orti sibi immidiate lateraliter adjacentibus et quae praemissa pronunc duae domus, area, porta, vacua hereditas, ortus ac una camera secundam dictam domum adjacens esse disnoscuntur, staande aan de Oude Dieze op den hoek der Triniteit tusschen deze straat ex uno en het huis der erfgenamen van heer en mr. Goijart van de Venne, priester ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het huis, die Cluyse genaamd, toebehoorende aan heer en mr. Jan van Balen en tot aan het erf van heer Reynier de Doven, genaamd die paeus, priester. Het overige in deze beide huizen werd van voornoemde Beatrix Brants geërfd door Antonia, huisvrouw van Henrick Henrickszn de Hont Junior en dochter van Willem Robbertszn en Johanna, de dochter van Herbert, zoon van Gerrit Brants. Haar man verkocht 9 September 1575 (Reg. n°. 224 f. 441) al haar recht op die huizen aan zijnen vader Henrick de Hont Senior, die daardoor algeheel eigenaar daarvan werd. Deze was gehuwd met Anna van den Heseacker, dochter van Henrick Lambrechtszn, welke hem, behalve zijnen genoemden zoon Henrick de Hont Junior, deze kinderen schonk: Anna huisvrouw van Henrick Eelkens Janszn; Maria en Gerardken, de huisvrouw van Peter Strybosch, den stadhouder van het Kwartier van Kempenland; deze kinderen alsmede de navolgende kinderen van hunnen broeder Henrick de Hont Junior, zijnde: Jenneken; Willemken; Maria huisvrouw van Peter Alardszn van Herpen; Anthonia huisvrouw van Jan Peter Adamszn; Henrick en Anneken huisvrouw van Pieter Dirckszn van Aelst verkochten 25 April 1609 (Reg. n°. 278 f. 53 vso) de beide meerbedoelde huizen aan Jonker Franchoys Prouveur, schout van Kempenland 3); zij werden nu gezegd te zijn: een groot schoon steenen hoekhuys metten huyse ende camere ruerlincx aen denzelven hoechuyse getimmert, bleycvelt, hoff met noch een cleyn huysken metter aft hangende leyve aldaer by den hoff staende, ledige plaetsst, poorte, achterpoorte ende peerdtstall, gestaen ende gelegen binnen dezer stadt 's Hertogenbosche in de strate, genoempt opte Oude Dieze, op ten hoeck van 't straetken, als men aldaer gaet nae de plaetse, die triniteyt genoempt, tussen tzelve straetken ter eenre zyde ende tussen huysen ende erffenisse eertijts Geertruyts de Hont, nu Diercx Dierczn van Erp, tijmmerman, ter andere zyden, streckende van de gemeen voorstraet genoemt de oude dieze tot aen erffenisse genoemt de cluyse (of den Cluysenaer) ende Adriaens Zegers hoff. Genoemde Prouveur verkocht de beide huizen 22 April 1627 (Reg. n°. 363 f. 344) aan Gerard van den Hovel, priester en benificiaat der kerk van St. Jan Ev. te den Bosch, ten behoeve van: de Fundatie des Wandelgraets off collegium van 15 scholieren, by zal. memorie mr. Peeter Griensven van Geffen, priester ende canoniek der Cathedr. Kerck van St. Jan voors. gefondeerd 4). Peter, zoon van Henrick van Oudenhoven Henrickszoon en Maria de Hont Henricksdochter, vernaderde daarop die huizen doch 27 April 1628 deed hij deze naasting te niet, zoodat gezegde fundatie toch in het bezit daarvan kwam.

Aerd Aerdszn van den Heuvel, als gemachtigde van mr. Gijsbrecht van Griensven, wonende te Hilvarenbeek, in diens hoedanigheid van collator van de fundatie, door mr. Peter van Griensven, zijnen neef, gemaakt, verkocht reeds 22 April 1632 de beide huizen, die alstoen werden gezegd te grenzen aan het Groot Begijnhof O-waarts en het huis van den timmerman Dierck Dierckszn van Erp anderzijds en zich achterwaarts uit te strekken tot aan het erf, genoemd den Cluysenaer en den tuin van wijlen Adriaan Segers, - aan Jor. Arnould van Boecop tot den Ruwenberg, oud-raad van den Bosch; deze verkoop werd echter 25 September 1634 gecasseerd.

Gezegde fundatie bleef nu daarvan eigenares tot dat Dirck van 's Gravesande in zijne hoedanigheid van ontfanger van meergezegde fundatie, of, zooals hij zich noemde, van ontvanger-generaal der studiebeurzen en beneficien, gefundeerd in de stad en Meijerij van den Bosch, alzoo ook van die gefundeerd door mr. Peter van Griensven, deze huizen 16 Juni 1702 (Reg. n° 515 f. 7 vso) verkocht aan Maarten Christiaan Sweerts de Landas, halfheer van Oirschot en Best, schout van Kempenland en president-schepen van den Bosch; zij werden daarbij omschreven als: eene grootte steene huysinge, erve ende hoff met twee poortten ende plaetsschen, staande op de Oude Dieze op den hoek der Triniteitstraat tusschen het huis van Johan van Daverveld op de Oude Dieze ex uno en de straat de Triniteit, zoomede de huizing, genaamd de Cluyse, staande op de Triniteit, ex alio en strekkende langs het erf van genoemden Johan van Daverveld tot aan dat van Robert de Lobell. Laatstgenoemde kooper, die op 19 Juli 1629 geboren werd, was zoon van Jacob Zuerius, eigenlijk genaamd Sweerts, raad en rentmeester-generaal der beden van Brabant (geboren te Amsterdam in 1587 en overleden te den Bosch in 1658) en Johanna Lopes de Villanova 5). Reeds den 24 October 1695 (Reg. n° 509 f. 326) had hij van Jonkvrouw Gratiana Louisa Hamel Bruyninx, die daarbij optrad zoo voor zich en als rechtverkrijgster van haren broeder, den kapitein Ferdinand Marten, zoomede van haren broeder Johan Jacob Hamel Bruyninx, secretaris van de ambassade der Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden te Weenen, gekocht het landgoed Haanwijk 6), gelegen onder St. Michielsgestel, waarvan zijn broeder Frederik Hendrik Sweerts de Landas, heer van Baarschot, na zijnen dood (hij stierf in 1704 en werd te Oirschot begraven) 4 April 1705 (Reg n° 519 f. 130) 1/5 verkocht aan zijne weduwe Clementia Geertruid van Els tot Boelenham. 7).

Het hiervoren bedoeld groot heerenhuis bestond voorts.

b.

uit het naast de beide laatstbedoelde huizen Westwaarts staand huis, dat twee woningen onder één dak vormde; het behoorde in 1539 aan Jan Peterszn Balyarts; in 1543 aan de erfgenamen van den priester mr. Goijart van de Venne; in 1564 aan den slachter Jan van Hedel, als erfgenaam zijns vaders, den slachter Petrus Loeniszn van Hedel. Den 20 April 1609 (Reg. n° 278 f. 57) verkocht Gerardken, dochter van Henrick de Hont Senior en weduwe van Peter Strybosch, stadhouder van het Kwartier van Kempenland, het aan den timmerman Dirck van Erp Dirckszn; het werd toen gezegd te zijn: twee huysingen off woninghen onder een dack met een plaetsken, daerachter aen liggende, staande aan de Oude Dieze tusschen de poort van het groot hoekhuis van Jor. Franchoys Prouveur ex uno en het erf van Heylken, de bleekster, ex alio, zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het erf van gezegd hoekhuis en de erven van andere huizen. Van genoemden timmerman erfde dit huis zijne dochter Elisabeth, die huwde, zooals wij reeds zagen, met den apotheker mr. Wouter van Achelen, van wien het ten slotte door erfenis kwam aan Allegonda, dochter van Wouter van Achelen en huisvrouw van Evert Ruysch, alsmede aan den zoon van laatstgenoemden Wouter van Achelen, zijnde Johan van Achelen, die gehuwd was met Mechteld van Wamel. Laatstgenoemde als zijne weduwe en ook nog als moeder-voogdes over de twee onmondige kinderen, Anna Maria en Johannes genaamd, geboren uit haar huwelijk met hem, verkocht met genoemden Ruysch 17 Maart 1698 (Reg. n°. 482 f. 34 vso) het hierbedoeld huis aan Johan van Daverveld, die griffier van het Kwartier van Maasland en secretaris van Oss was en deze kinderen had: a. Abraham, predikant van Drunen en Nieuwkuik; b. Petronella, echtgenoote van Gerard van Leeuwen de Gouda; c. Hendrick; d. Jacob; e. Margaretha en f. Leonardus. Hij verkocht dit huis 7 November 1704 (Reg. n°. 516 f. 431) weder aan Clementia Geertruid van Els tot Boelenham douairière van Maarten Christiaan Sweerts de Landas, die van dezen de beide hiervoren sub a beschreven huizen geërfd had.[11]


Schout van Kempenland

• Victor Antonius Maria Beermann, Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch van 1629 tot 1648.

In de andere remonstrantie gaf hij in zijn kwaliteit van schout van Kempenland een overzicht van den toestand van dat kwartier sinds de „afzetting" van den Spaanschen schout Prouveur, die, zij terloops opgemerkt, kalm op zijn post bleef. „Eenige particuliere" stelden volgens hem pogingen in het werk, om het Staatsche gezag in dat kwartier te vernietigen. Er werd een „secreet beleijt" ten gunste van Spanje gevoerd, concludeerde ook de Raad van State na inzage van dit document ), en de boosdoeners ? wie dat waren, zal nader blijken ·? moesten daarom worden gearresteerd.

Na de overgave van 's-Hertogenbosch, toen de Spaansgezinde schout François Prouveur vertrokken was en de door de Staten-Generaal aangestelde schout Hendrik de Bergaigne nog weinig gezag kon uitoefenen, heeft het kwartier korte tijd wat meer zelfstandigheid bezeten, doch deze niet kunnen behouden. Er is in de jaren tussen 1641 en 1644 een conflict ontstaan tussen bovengenoemde schout De Bergaigne, tevens hoog- en laagschout van 's-Hertogenbosch, en de gecommitteerden van het kwartier. Deze kende zichzelf en de kwartiersambtenaren het recht toe de kwartiersvergaderingen te mogen uitschrijven en weigerde in het bijzonder zich in 's-Hertogenbosch te laten beschrijven (zie inventarisnummer 14).[12]


References to François Prouveur as Kwartierschout van Kempenland

Bijlagen en verhandeling van schout tegen bezwaren gecommitteerden, 1631.

• De aangegeven nummers verwijzen naar de inventarisnummers van het Kwartiersarchief van Peelland:

prouver, francois, jonker - kwartierschout kempenland, 21.08.1610.

prouveur , franchois, kwartierschout kempenland, 20.03.1613.

prouver, franchois, 05.06.1621.

prouver, francois, 01.10.1621.

prouver, francois, 03.08.1623.

prouver, francois, 13.09.1623.

prouver, francois, 28.06.1623.

prouveer, francois, plakkaat over het begaan der wegen, 22.04.1624.

prouver, francois, kwartierschout van kempenland, 29.06.1624.

prouver, francois, langdurig ziek, 23.08.1625.

prouver, francois, bijeenkomst in de zwaan te oirschot, 12.10.1625.

prouver, franchois, 07.11.1625.

prouveer, franchois, vergadering der vier kwartieren, 11.11.1625.

prouveur, francois, vergadering vier kwartieren, 18.02.1626.

prouveur, francois, 09.04.1626.

prouveur, francois, 23.05.1626.

prouveur, francois, reis naar brussel, 20.05.1626.

prouver, francois, 14.09.1626.

prouver, franchois, te oirschot 01.09.1626.

prouver, franchois, 06.09.1626.

prouver, franchois, 30.10.1626.

prouver, franchois, 22.10.1626.

prouver, francois, 16.10.1626.

prouver, francois, 08.10.1626.

prouver, francois, 06.01.1627.

prouver, francois, 24.01.1627.

prouver, francois, 22.05.1627.

prouver, francois, 08.05.1627.

prouver, francois, 28.07.1627.

prouver, francois, 04.09.1627.

prouver, francois, kwartierschout kempenland, 16.10.1627.

prouver, francois, 27.09.1628.

prouver, francois, 31.10.1628.

prouver, francois, 22.10.1628.

prouver, francois, 13.10.1628.

prouver, francois, 19.01.1629.

prouveur, francois, 00.01.1629.

prouver, francois, 00.04.1629.

prouver, francois, 22.05.1629.

prouver, francois, 19.05.1629.

prouver, francois, 21.06.1629.

prouveur, francois, slechten van de wallen te vught, 17.10.1629.

prouver, francois, 12.04.1631.

prouver, francois, 22.04.1631.

prouver, francois, 01.08.1631.

prouver, francois, 02.08.1631.

prouver, francois, 01.02.1632.

prouver, francois, 16.06.1632.

prouver, francois, 28.03.1633.

prouver, francois, 05.06.1633.[13]


Estate and Inventory

Estate of Prouveur, Franchoijs.

Persons Named:

Likely Identified

• Johanna Eelkens, Echtg. van Franchoijs Prouveur (François Prouveur's wife.)

• Maeijken [Maria] Henrick Eelkens (Sister-in-law of François Prouveur.)

• Janneken [Anna] Henrick Eelkens (Sister-in-Law of François Prouveur, married to 1. Frederick de Solre and 2. Franchoijs de Bije.)

• Franchoijs de Bije (Husband of Anna Hendriks Eelkens, brother-in-law of François Prouveur.)

• Jan Prouveur (Possibly a son of Frederick Prouveur de Solre and grandson of François Prouveur.)

• Peeter Prouveur (Likely the son of Frederick Prouveur de Solre and grandson of François Prouveur.)

• Anna Prouveur (Deceased daughter of François Prouveur and wife of Laurens Classone.)

• Laurens Classone, Kaptein infanterie, Wed. van Anna Prouveur (Son-in-law of François Prouveur and widower of daughter Anna Prouveur.)

• Maria Anna Classone (Daughter of Anna Prouveur, granddaughter of François Prouveur.)

• Jacob Eelkens (Grandson-in-law of François Prouveur, married to his granddaughter Maria Anna Classen.)

• N.N. Pardo (Likely Jacques Pardo, husband of François Proveur's daughter Barbara François Prouveur.)

• Anthonij van Grevenbroeck, Heer van Duguij en Lefonteijne (Husband of Catharina de Solre, niece of François Prouveur.)

• Floris van Grevenbroeck, Heer van Lefontune (Grand-nephew of François Prouveur, son of Catharina de Solre who was the daughter of Anna Hendriks Eelkens.)

• Gerlack de Rover (Likely a distant paternal relative of François Prouveur. Cornelis de Bever was descended from the De Rover family.)

• Goiart van Vlierden (Likely related to Cornelis de Bever's first wife Lana van Vlierden.)

• Wilbert Willems (Likely related to Jan Frans Willems, stepfather of François Prouveur.)

• Jan van Herssel (Possibly related to François Prouveur. His cousin, Nicolaas van Elmpt was married to Gerritken van Heersel.)

• Henrick Aert Eel[k]ens, Echtg. van Heijlwich N.N. (Probably a member of the Eelkens family of François Prouveur's wife, Joanna Eelkens.)

• Leonius Eelkens (Possibly the Leo Eelkens who was the godfather of Antonius Tulder van Grevenbroeck in 1661 in Oirschot.)

• Henrick van der Clasen (May be related to Hubertus van der Clusen, Heer van Waalre, who was the godfather of François Prouveur's daughter Maria in 1607.)

Unidentified

Dielis Adriaens (Unknown.)

Peeter Henrick Adriaens (Unknown.)

Henrick Aelbers (Unknown.)

Marcus van Boirenberch (Unknown.)

Alart Cromans (Unknown.)

Dirck Dielis, Wed. van Heijlwigis N.N. (Unknown.)

N.N. Heijlwigis/Heijlwich (Unknown.)

Goijaert Janssen (Unknown.)

Wouter Martens (Unknown.)

Maria Peeters, Echtg. van Wilbert van Bergheijck (Unknown.)

Wilbert van Bergheijck, Echtg. van Maria Peeters (Unknown.)

Items mentioned in inventory: huisraad, stolen, tapijten, wagens, meubilair, schilderijen, beelden, beddengoed, lepels, keukengerei, koffer, kandelaren, ledikanten, schouwvoering, zoutvaten, kraambed.

Items English Translation: household goods, chairs, tapestries or carpets, carriages, furniture, paintings, sculptures, bedding, spoons, kitchenware, trunk, candlesticks, bedframes, mantelpiece, salt cellars, birthing bed.

Property mentioned in inventory: De Heuvel, Kerkhof; Liofveld, Manckhanssen; De Moost, bij het kapel Heilige Eik; Vosten campken, Oerschoren; Nieuwlants; Vlasvoirt Dommelen; Groot Eusel; Gagelvelt; De Vloet, Dommelen' Vorste bocht, Dommelen; Middelbocht, Dommelen; Achterste akker, Dommelen; De Vislaghe, Riethoven; Hooghe benthe, Dommelen; Vrunthe Riethoven; de Vissinghe, Riethoven; Kerbebeempt, Riethoven.[14]


Sources

  1. Frans de Brabandere, Woordenboek van de Familienamen in België en Noord-Frankrijk, Antwerpen: Uitgeverij L.J. Veen, p. 999.
  2. Oirschot, Rooms-Katholiek begraafboek 1618-1677, Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC). [1]
  3. Wikipedia, François Prouveur. [2]
  4. Swane, J.A.W. (1962). Het adellijk geslacht Prouveur, De Brabantse Leeuw:; tijdschrift voor genealogie 11 (1962), pp. 161-165. [3]
  5. Leo Adriaenssen, Database Verboden Vruchten, no page numbers. [http:/www.leoadriaenssen.nl/filesVerboden%20vruchten%20(inleidng%20van%20databases%20over%20onwettige%20geboorten).pdf]
  6. Leo Adriaenssen, Brabantse Bastaarden, Verboden vruchten uit ontucht, overspel, incest en incontinentie in Noord-Brabant, 1400-1800, De Brabantse Leeuw, 2001, 3, 129, pp. 143-144.
  7. TH. L. Hustinx, Vredesconferenties Rondom Kempenland, Campinia, 2e jaargang, april 1972, nr. 5, p. 135.
  8. P. N. Panken and Jhr. Mr. A. F. O. van Saase van Ysselt, Beschrijving van Bergeik, 's-Hertogenbosch, Lutkie & Cranenburg, 1900, pp. 220-221.
  9. Philips Baron van Leefdael, Beschrijving der Meierij van 's-Hertogenbosch, 's-Hertogenbosch: Zuid-Nederlandsche Drukkerij, 1918, pp. 61-63.[4]
  10. Archieven.nl, Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), Beurzenstichtingen Meierij van 's-Hertogenbosch, 1371-1975, p. 433.
  11. Sasse van Ysselt, A.F.O. Pand-Oude Dieze, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch, alsmede hunne eigenaars of bewoners in de vroegere eeuwen, Provinciaal genootschap van kunsten en wetenschappen in Noordbrabant (1913), pp. 273-280, Bossche Encyclopedie, Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC). [5]
  12. Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC). 4 Kwartiersvergadering Oisterwijk, 1592-1812.
  13. Rekening schout François Prouveur, met bijlagen, 1599 december 13 - 1600 november 8 - Rekening schout François Prouveur, met bijlagen, 1629 augustus - november. Bijlagen en verhandeling van schout tegen bezwaren gecommitteerden, 1631, Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC). [6]
  14. Geschiedenis Oirschot (online), Estate of Franchoijs Prouveur: Notariële akte - Inve taris, 10-7-1651. Nummer 41, Code NTI-15214-69, Collectie, Index op het notarieel archief van Oirschot, notaris Henrick Leermakers (sr.), ID 3309608, Soort akte - Inventaris, Inventarisnummer 69. [7]




Is François Jans your ancestor? Please don't go away!
 star icon Login to collaborate or comment, or
 star icon contact private message the profile manager, or
 star icon ask our community of genealogists a question.
Sponsored Search by Ancestry.com

DNA
No known carriers of François Jans's DNA have taken a DNA test.

Have you taken a DNA test? If so, login to add it. If not, see our friends at Ancestry DNA.



Comments

Leave a message for others who see this profile.
There are no comments yet.
Login to post a comment.

W  >  Willems  |  P  >  Prouveur  >  François Jans (Willems) Prouveur