Contents |
IJme werd geboren op 15 september 1837 te Bolsward als zoon van Jacob Ymes Strikwerda en Dieuwke Scheltes Runia.[1] Zijn vader was werkzaam als bakkersknecht.
Op 28 augustus 1852 schreef zijn vader hem in voor de zeevaartschool te Amsterdam. vader Jacob was toen koopman in kruidens geworden, terwijl moeder Dieuwke een naaivrouw met leerlingen was. Yme was toen volgens de inschrijving zo'n 1,45 meter lang. Hij kwam op de IJgracht te wonen.[2]
Op 14 juni 1854 werd hij lid van de Hervormde Gemeente onder Ds Mayjer. Op 10 juli 1854 werd hij aangesteld als stuurmansleerling op de gouvernements schoener en kruisboten in oost indië. Op 15 augustus 1854 volgde zijn eervol ontslag als kwekeling.
Hij werd voor vijf jaar onder contract gesteld. Hij zou oorspronkelijk met de Bezoekie onder kapitein Schaap op 9 augustus 1854 naar Batavia gaan, maar dit ging niet door. Op 26 augustus 1854 vertrok hij met het schip Nijverheid onder kapitein Mooi via Amsterdam naar Batavia. Op 16 januari 1855 was hij stuurman op de Haaij waar hij 40 gulden per maand verdiende. In juni 1855 werd hij benoemd tot stuurman der 3e klasse.[3] Op 9 oktober 1857 werd hij bevorderd tot 2e stuurman. Op verzoek van de gouverneur-generaal vroeg hij 18 maart 1858 zijn pensioen aan. Op 31 december 1858 werd hij op verzoek eervol ontslagen.[4]
Op 11 maart 1859 werd hij ter beschikking gesteld van de resident der Wester-afdeling van Borneo. Hij werd toegevoegd aan de controleur der afdeling Landakh en Fajan. Op 17 juni 1861 werd hij bevorderd tot controleur der 3e klasse in die afdeling. Hij ontving hier enkele inlandse vorsten, waarvoor hij een tegemoetkoming van meer dan 200 gulden ontving. Daarnaast ontving hij 500 gulden omdat hij voor twee maanden een andere afdeling had waargenomen. In 1865 ontving hij 300 gulden voor de enkele maanden waarin hij het bestuur over Pangagkaten had waargenomen. Op 29 december 1865 werd hij bevorderd tot de 2e klasse en op 28 februari 1868 werd hij bevorderd tot de 1e klasse. Hij werd in april van dat jaar benoemd tot substituur-griffier bij de rechtbank.[5]
Op 14 april 1869 werd hij benoemd tot assistent-resident van Sintang. In december 1869 verscheen een bericht in de krant over de situatie op Borneo. Het was namelijk zo dat de inwoners van Serawak geld eiste van de inwoners van Batang-Loepar. Toen die niet wilde betalen, werden hun kampongs in brand gestoken. Resident Kater, die ziek te bed lag wegens bloedspugen, stuurde een stoomschip om Yme te helpen. Strikwerda was al met 28 man op patrouille gegaan naar Poeloe-Madjar. Bij aankomst leken de Serawakers al vertrokken te zijn.[6] In november 1870 ging hij met de controleur op tournee naar de Katoengou en Blitang rivier, om daar bepaalde zaken op te doen.[7]
Op 20 februari 1871 ging hij met tweejarig verlof naar Nederland wegens ziekte. Tijdens zijn verlof trad hij op 25 februari 1872 toe tot de Maatschappok tot Nut van 't Algemeen.[8]Op 16 november 1871 werd er in een rapport beschreven dat de verdenking was ontstaan dat Yme zich schuldig maakte aan administrative fraudes. Op 26 juni 1873 werd er opgeschreven dat zij hiernaar inlichting hadden gedaan bij resident C. Kater. Op 21 april 1873 werd in de krant bekendgemaakt dat Strikwerda preventief gevangen zat in Batavia.[9] Hij werd onschuldig bevonden, maar moest nog 14 dagen in hechtenis blijven.[10]
OpOp 3 juni 1873 werd hij benoemd tot assistent-resident van Koeningan in de residentie Cheribon. Op 25 oktober 1875 vond er een aardbeving plaats in Koeningan. De aardbeving was zo hevig dat alle stenen gebouwen gedeeltelijk waren ingestort. Strikwerda zat naast zijn huis te werken toen de aardbeving begon. Hij kroop naar buiten en niet lang daarna stortte het gebouw in. Hij stond op en keek naar zijn huis, dat op instorten stond. Zijn vrouw en kinderen waren nog binnen, waarna hij zijn best deed om ze naar buiten te krijgen voor het gebouw instorte. Alleen zijn vijf-jarige dochter raakte lichtelijk gewond. Hij stuurde direct bericht naar de resident van Cheribon en deed zijn best om de mensen te helpen. Dagen achter elkaar was hij daarmee bezig. Na het gebeuren woonde Strikwerda in een bamboe-loods, maar liet zijn gezin inwonen bij de resident van Cheribon.[11]
Op 16 april 1879 werd hij eervol uit 's lands dienst ontslagen. Zijn pensioen werd gesteld op 1980 gulden per jaar. In 1880 had hij de gouverneur-generaal verzocht om weer in dienst geplaatst te worden, maar dit gebeurde niet.[12]
Hij trok terug naar Nederland. Hij woonde een tijd in Abcoude. Hij woonde een paar jaar in Amsterdam. Op 24 april 1904 verhuisde hij met zijn gezin naar Watergraafsmeer, waar zij woonde op Hoogweg 27. Ene Catharina Elizabeth Bruijn was biij hun werkzaam als dienstbode. Op 12 september 1905 werd hij te Amsterdam failliet verklaard.[13] Op 15 december 1905 verhuisde hij naar Ede, maar op 7 oktober 1907 vertrok hij naar Leimuiden. Hij was failliet verklaard.[14] Hij overleed op 3 oktober 1909 te Haarlem.[15]
Hij trouwde op 23 juli 1863 te Montrado met Wimpje van der Molen.[16] Met haar kreeg hij voor zover bekend de volgende kinderen:
Zijn vrouw overleed op 10 juli 1908 te Den Haag[20], waarna hij op 20 januari 1909 te Wijk aan Zee hertrouwde met Suzanna Rachel Vermast. Hij was toen 71 jaar oud, zij was 48 jaar oud.[21]
Yme was born on September 15, 1837 in Bolsward as the son of Jacob Ymes Strikwerda and Dieuwke Scheltes Runia.[1] His father worked as a baker's assistant.
On August 28, 1852, his father enrolled him in the maritime school in Amsterdam. father Jacob had then become a merchant in herbs, while mother Dieuwke was a seamstress with apprentices. Yme was then, according to the registration, about 1.45 meters tall. He came to live on the IJgracht.[2]
On June 14, 1854 he became a member of the Hervormde Gemeente under Ds Mayjer. On 10 July 1854 he was appointed as a mate's apprentice on the government schooner and cruise boats in the East Indies. On August 15, 1854, he was honorably discharged as a trainee.
He was contracted for five years. He was originally supposed to go to Batavia with the Bezoekie under captain Schaap on August 9, 1854, but this fell through. On August 26, 1854 he left with the ship Nijverheid under captain Mooi via Amsterdam to Batavia. On January 16, 1855 he was mate on the Haaij where he earned 40 guilders a month. In June 1855 he became a mate of the 3rd class.[3] On October 9, 1857, he was passed to 2nd mate. At the request of the governor-general, he applied for his discharge on March 18, 1858. On December 31, 1858, he was honorably examined upon request.[4]
On March 11, 1859, he was placed at the disposal of the resident der Wester-department of Borneo. He was assigned to the controller of the Landakh and Fajan department. On June 17, 1861 he was appointed as controller of the 3rd class in that department. Here he received a number of domestic rulers, for which he received an allowance of more than 200 guilders. In addition, he receives 500 guilders because he had controled another department for two months. In 1865 he received 300 guilders for the few months in which he had received the administration of Pangagkaten. On December 29, 1865 we was promoted into the 2nd class and on February 28, 1868 he was promoted into the 1st class. In April of that year he was audited as a replacement clerk at the court.[5]
On April 14, 1869, he became the assistant resident of Sintang. In December 1869 an article appeared in the newspaper about the situation in Borneo. The inhabitants of Serawak demanded money from the inhabitants of Batang-Loepar. When they refused to pay, their kampongs were set on fire. Resident Kater, who was sick in bed due to spitting blood, sended a steamship to help Yme. Strikwerda had already left for Poeloe-Madjar with 28 men on patrol. On arrival the Serawakers seemed to have already left.[6] In November 1870, he met the controller on a tour of the Katoen Gou and Blitang River to conduct certain business.
On February 20, 1871, he went to the Netherlands on two-year leave due to illness. During his leave he joined the Maatschappij tot Nut van 't Algemeen on 25 February 1872. On November 16, 1871, a report described that the idea had arisen that Yme was guilty of administrative fraud. On June 26, 1873, it was noted that they had made information about this through resident C. Kater. On 21 April 1873 it was announced in the newspaper that Strikwerda was preventively imprisoned in Batavia.[9] He was found innocent, but had to remain in custody for another 14 days.[10]
On June 3, 1873, he became an assistant resident of Koeningan in the residence Cheribon. On October 25, 1875, an earthquake occurred in Koeningan. The earthquake was so strong that all the stone buildings partially collapsed. Strikwerda was working next to his house when the earthquake started. He crawled out and not long after that the building collapsed. He got up and looked at his house, which was about to collapse. His wife and children were still inside, so he tried his best to get them out before the building collapsed. Only his five-year-old daughter was slightly injured. He shares a direct message to the resident of Cheribon and tried his best to help the people. Days on end he was on his feet working. After the incident, Strikwerda lived in a bamboo shed, but let his family live with the resident of Cheribon.[11]
On April 16, 1879, he was honorably discharged. His pension was set at 1980 guilders per year. In 1880, he requested the governor-general to be reinstated, but this did not happen.[12]
He went back to the Netherlands. He lived in Abcoude for a while. He lived in Amsterdam for a few years. On April 24, 1904 he moved with his family to Watergraafsmeer, where they lived at Hoogweg 27. A certain Catharina Elizabeth Bruijn worked for them as a maid. On September 12, 1905 he was declared bancrupt in Amsterdam.[13] On December 15, 1905 he moved to Ede, but on October 7, 1907 he left for Leimuiden. [14] He died on October 3, 1909 in Haarlem.[15]
He married Wimpje van der Molen on July 23, 1863 in Montrado.[16] With her he had the following children, as far as is known:
His wife died on July 10, 1908 in The Hague[20], after which he remarried Suzanna Rachel Vermast on January 20, 1909 in Wijk aan Zee. He was then 71 years old, she was 48 years old.
This week's featured connections are Fathers: Yme is 26 degrees from James Madison, 36 degrees from Konrad Adenauer, 28 degrees from Charles Babbage, 27 degrees from Chris Cornell, 26 degrees from Charles Darwin, 26 degrees from James Naismith, 31 degrees from Paul Otlet, 31 degrees from Henry Parkes, 28 degrees from Eiichi Shibusawa, 33 degrees from William Still, 22 degrees from Étienne-Paschal Taché and 28 degrees from Cratis Williams on our single family tree. Login to see how you relate to 33 million family members.
S > Strikwerda > Yme Strikwerda
Categories: Haarlem, Noord-Holland, Nederland | Bolsward, Friesland, Nederland | Dutch East Indies, Colonial Civil Servants